Wat kan Dorn voor mij doen?

De basis van de Dornmethode is altijd de correctie van het beenlengteverschil.
Bijna iedereen heeft een beenlengteverschil. Wel hebben we even lange benen, alleen daar waar het been langer lijkt, is er meer ruimte in het heupgewricht. Bij uitzondering is het beenlengteverschil het gevolg van een operatie of geboorteproblemen. De benen zijn de steunpilaren van ons bekken. Als deze pilaren ongelijk lang zijn, staat ook het bekken scheef: bekkenscheefstand!!
Dit veelvoorkomende probleem moet verholpen worden, omdat het anders voor veel problemen gaat zorgen. Het leidt vaak tot heiligbeenverschuivingen, ( daarop staat de wervelkolom ) en veel chronische problemen: scoliose, lage rugklachten, heupklachten, kniepijn, voet / hielproblemen, verzakkingen, darm- en blaasproblemen en nekklachten.

Meestal krijg je dan te horen: je been is te kort, doe maar een verhoging onder je schoen, of laat maar een zooltje aanmeten. Echter dit stabiliseert de bekkenscheefstand, die later tot enorme heup - en lage rugklachten kan leiden. Het lange been moet korter gemaakt worden. Door de Dornmethode kan iedereen zijn benen op gelijke lengte houden.

Hoe ziet een Dorn-behandeling eruit?

Als door het opheffen van het beenlengteverschil nu de basis in orde is, gaan we verder met de wervelkolom. Alle wervels worden nu gecontroleerd. Als ze niet in de goede positie staan worden ze voorzichtig weer op hun goede plekje gedrukt. 
Om de borstwervels te kunnen corrigeren moet de patiënt met beide armen pendelen en voor de lendenwervels ( de onderrug ) met een been pendelen, daardoor ontstaat er ontspanning in de musculatuur ( spieren ). Zo glijdt de wervel weer in de goede positie.

De behandeling is ook heel goed voor zenuwen en organen. De sturing van de organen gaat vanuit de hersenen via het ruggenmergkanaal naar de plaatsen waar ze uit de wervelkolom naar de betreffende organen lopen ( zie afbeelding ). Als de wervels niet goed staan komen deze verbindingen ook onder druk te staan.